woensdag 11 februari 2015

Bezoek Expo "Love Letters" in MSK Gent



Op uitnodiging van de Vrienden van het MSK in Gent bezoeken we de tentoonstelling 

LOVE LETTERS IN WAR AND PEACE  &  PROJECT MONA HATOUM





Love Letters in War and Peace’ brengt het bijzondere verhaal van prille, toegewijde, verborgen en verboden liefdes.
Verliefdheid toont zich in velerlei vormen. Op de eerste plaats in briefvorm, maar ook in de beeldende kunsten, op papier en doek, in de fotografie en in de cinema. ‘Love Letters’ volgt het visuele spoor van bekende en minder bekende romances, van de besloten Victoriaanse samenleving tot de vrijgevochten, maar ook defaitistische gay twenties, over het ongrijpbare verlangen in het fin de siècle en de waanzinnige oorlogstijd heen. Prille, toegewijde en verborgen romances wisselen af met onbeantwoorde en verboden liefdes, opgetekend, geschilderd, gebeeldhouwd, gefotografeerd, gefilmd met bewondering, vervoering, verlangen of juist vertwijfeling. De verliefden spreken tot de verbeelding: onder meer Guillaume Apollinaire, Arthur Rimbaud, Camille Claudel, Hannah Höch, F.T. Marinetti en Pablo Picasso komen aan het woord.

Hoogtepunten op de tentoonstelling zijn de liefdesbrieven van de dichter Oscar Wilde aan Alfred Douglas, van Dante Gabriel Rossetti aan Jane Morris (mevrouw William Morris), van Dora Carrington aan Lytton Strachey en van Stanley Spencer aan Hilda Carline. 
 
Verliefdheid toont zich in velerlei vormen. Op de eerste plaats in briefvorm, maar ook in de beeldende kunsten, op papier en doek, in de fotografie en in de cinema. ‘Love Letters’ volgt het visuele spoor van bekende en minder bekende romances, van de besloten Victoriaanse samenleving tot de vrijgevochten, maar ook defaitistische gay twenties, over het ongrijpbare verlangen in het fin de siècle en de waanzinnige oorlogstijd heen. Prille, toegewijde en verborgen romances wisselen af met onbeantwoorde en verboden liefdes, opgetekend, geschilderd, gebeeldhouwd, gefotografeerd, gefilmd met bewondering, vervoering, verlangen of juist vertwijfeling. De verliefden spreken tot de verbeelding: onder meer Guillaume Apollinaire, Arthur Rimbaud, Camille Claudel, Hannah Höch, F.T. Marinetti en Pablo Picasso komen aan het woord.
 








Een Franse soldaat leest een brief,
verscholen in de tronk van een boom, 1914-18,
(London, Imperial War Museums
Omdat verliefdheid van alle dag is, verdienen ook alledaagse verhalen een stem. 
Door de alfabetisering en ontwikkeling van het postsystem, kent de briefwisseling een ongekende groei in het laatste kwart van de 19e eeuw, en reikt het een hoogtepunt tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-18).
Onbekend, maar bijzonder aangrijpend zijn de liefdesnoties tijdens de oorlog, geschreven aan en achter het front, die de gruwel aan beide zijden van de linies verdrongen, in handgeschreven boodschappen aan geliefden ver weg.
Raoul Hausmann, "Ich liebe dich!" [to Hannah Höch], 1918, Berlin,
Berlinische Galerie, Hannah Höch Archiv



Filippo Tommaso Marinetti,
Die avond, liggend op haar bed, herlas ze de brief van haar artillerieman aan het front, 1919,




Alfred Stevens "Maria Magdalena" 1887
Louise De Hem "Beterschap" 1900-14 (onafgewerkt)
James Ensor "Verpesting beneden, boven overal" 1904

James Ensor, De briefschrijfster (De zuster van de kunstenaar), 1883
Jan Toorop "Staatskas of De haardsteden" 1895

Félicien Rops, Pornokratès, 1878
LÉONTINE & AURÉLIE DULUC & FÉLICIEN ROPS
In 1857 huwde Félicien Rops met Charlotte Pollet de Faveaux, dochter van een rechter in Brussel en kreeg met haar twee kinderen, Paul en Juliette. Tijdens een verblijf in Parijs in 1869 ontmoette hij twee modistes, de tienerzusjes Léontine en Aurélie Duluc die zijn maîtresses werden. 
In 1870 zette Léontine een dochtertje op de wereld, Claire Rops. Enkele jaren later ging het echtpaar uit elkaar, maar Charlotte weigerde de scheiding. Rops trok zich terug in Parijs en woonde vanaf 1876 definitief samen met de zusjes Duluc. Voor hun modehuis tekende hij modellen voor jurken. In 1887 reisde hij zelfs met hen naar de Verenigde Staten om hun creaties te promoten








Camille Claudel, Portret van de beeldhouwer Auguste Rodin, ca. 1891

CAMILLE CLAUDEL & AUGUSTE RODIN
Vanaf 1881 vestigde Camille Claudel zich in Parijs om er lessen in de beeldhouwkunst te volgen.  Als leerlinge en vanaf 1884 als
practicien werd ze snel de vertrouwelinge, vervolgens de minnares van Rodin. Samen werkten ze aan talrijke projecten. Ondanks zijn liefde voor haar kwam Rodin er nooit toe om te breken met Rose Beuret, die sinds twintig jaar zijn gezellin was. Claudels familie was geschokt door de relatie tussen de twee kunstenaars en de vrijheden die de jonge vrouw zich toemat. Na een abortus brak Camille met Rodin in 1892, maar de twee zagen elkaar nog regelmatig tot in 1898. Ondanks een zeer creatieve periode kende Claudel volgens haar familie
steeds meer mentale problemen en ook aanvallen van achtervolgingswaanzin.
Ze lieten haar in 1913 interneren, eerst in de omgeving van Parijs, later in Montdevergues bij Avignon waar ze totaal vereenzaamd, door iedereen verlaten en totaal onderkomen stierf.



John Robert Parsons
" Jane Morris-Burden poserend voor Dante Gabriel Rossetti"

Jane Burden werkte in 1857 als serveerster in een herberg, toen William Morris haar kleerde kennen. Hij bracht haar manieren bij en leerde haar Frans, Italiaans, elementaire wiskunde en maakte haar bekend met muziek (piano) en dans. In 1859 huwden ze. 
Jane werd geïntroduceerd in de kringen van de prerafaëliten en gold daar met haar bleke huid en koperrood haar als een uitzonderlijke schoonheid. In 1865 maakte John Robert Parsons een fotoserie van haar.
Jane stond niet alleen model voor Morris, maar ook voor andere prerafaëlitische schilders als Edward Burne-JHones en Dante Gab riel Rossetti. Van 1870 tot 1876 had ze ook een geheime relatie met Rossetti (William Morris sloot welbewust de ogen), die ze afbrak nadat ze achter zijn drugsverslaving kwam . Ze bleef wel nauw met hem bevriend, tot aan het einde van zijn leven in 1882.





Peter Behrens "De kus" 1898



MARTHE DE MÉLIGNY (1869-1942) & PIERRE BONNARD (1867-1947)

Verliefd op zijn nicht Berthe Shaedlin vroeg Pierre Bonnard haar in 1892 ten huwelijk, ondanks de weigering van haar ouders. Een jaar later kwam hij een jonge vrouw te hulp die zich onbezonnen in het drukke verkeer had begeven. Deze Marthe de Méligny gaf zich uit voor de dochter van een geruïneerde aristocraat. Ze
werd zijn muze, zijn maîtresse en geprefereerde model. Gedurende hun bijna 50-jarig samenzijn schilderde en tekende hij haar op een obsessieve wijze. Marthe had een bezitterige natuur, leed aan achtervolgingswaanzin en kende chronische gezondheidsproblemen.


Charles, Sophie, Louise en Henriette De Mey op de Place de la Concorde 1898


Tijdens zijn verblijf in Parijs leefde Henri Evenepoel bij zijn nicht Louise die getrouwd was met Michel De Mey en op wie hij verliefd werd. 

Een geheime relatie begon tussen die twee met als gevolg de geboorte van Charles op 28 november 1894, die nooit door zijn echte vader zou erkend worden. 
Charles

Sophie






Dora Carrington's studie van Lytton Strachey's gezicht & handen

Rik Wouters, Zittende vrouw bij het venster
(Portret van Nel Duerinckx, de vrouw van de kunstenaar) 1915







Parallel is er het project van Mona Hatoum, een van oorsprong Palestijnse kunstenares, bij wie het begrip liefde en oorlog nooit veraf is.


Zoals de tentoonstelling ‘Love Letters in War and Peace’ de essentie van kunst en van het leven toont doorheen boodschappen van verlangen en affectie tussen geliefden, zo richt ook de Palestijns-Britse kunstenares Mona Hatoum zich in ‘Close Quarters’ op de complexiteit van relaties.

Het project ‘Close Quarters’ is samengesteld uit vroegere werken, zoals Incommunicado (1993), Quarters (1996), Grater Divide (2002), Nature Morte with Grenades (2006-7) en Daybed (2008). Centraal staat het bed in de gesloten ruimte als de plaats voor intimiteit, liefde, slaap, seksualiteit, geboorte en dood – of genezing, rust en vrede. Doch ‘Close Quarters’ verwijst ook naar soldatenkwartieren of naar een strijd ‘van dichtbij’ waar het bed een marteltuig kan worden tijdens het oorlogsgeweld.


Samen alluderen de werken zowel aan het leven in een veilige, alledaagse omgeving als aan dat in een conflictzone, in een hospitaal of een gevangenis. Dit kan afgeleid worden uit de draaiende prikkeldraad die de toegang tot de installatie afsluit, maar ook uit de granaten uit Murano-glas, die getuigen van een bijzondere schoonheid maar tegelijk verwijzen naar de potentiële destructieve kracht van een uiterst efficiënt vernietigingswapen dat hier echter tot scherven zou vallen mocht het geworpen worden.



The Grater Divide, 2002, Galerie Max Hetzler


Mona Hatoum, Nature morte aux grenades, 2006-2007 
(picture by Marc Domage), eigen collectie 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten