vrijdag 13 maart 2015

Gent : Bezoek aan de Carll Cneut tentoonstellling in de Sint-Pietersabdij

Tot 10 mei 2015 verovert boekillustrator Carll Cneut 
de tentoonstellingszalen van de Sint-Pietersabdij. 
De tentoonstelling In my Head biedt je de mogelijkheid om door te dringen tot in het hoofd van de kunstenaar waar de verbeelding hoogtij viert.
Je maakt er niet alleen kennis met het rijke oeuvre van de illustrator maar ook met zijn dagdagelijkse realiteit. 
De tentoonstelling opent met een reeks polaroids die Cneut nu al twee jaar dagelijks maakt om te tonen dat zijn leven veel meer is dan tijd doorbrengen achter een tekentafel. "Als ik die foto's chronologisch bekijk, dan brengen die mij tot inzichten", zegt Cneut daarover.


Er is een audioguide,ook in het westvlaoms, heerlijk ingesproken door  Wouter Deprez.


De reis in zijn wereld, die teruggaat naar de kindertijd in zijn geboortedorp Geluwe, waar ook komiek en schrijver Wouter Deprez vandaan komt. De Sint-Pietersabdij bracht hen opnieuw samen. "Ik sprak uren met Wouter om duidelijk te maken wie ik ben en wat mij een tekenaar maakt", zegt Cneut. "Wouter is de ideale persoon om de sfeer van toen op te roepen."
Eigenlijk zou Carll Cneut advocaat worden, maar een verzameling Soubrypunten besliste daar anders over. Soubry, de West-Vlaamse fabrikant van onder andere deegwaren en bloem, drukte in die tijd nog spaarpunten op zijn verpakkingen. Die konden ingeruild worden voor boeken en prenten. Voor Carll Cneut, die in het toen nog afgelegen Geluwe woonde, waren die prenten zijn eerste kennismaking met kunst. 
We zien we een pak spaghetti, een wand beplakt met Soubrypunten, een uitvergrote Soubryprent van een werk van Ensor.






En ook een op Ensor geïnspireerde tekening van Carll Cneut voor het boek 'De Blauwe vogel' (tekst Do Van Ranst naar Maurice Maeterlinck). 





De vroege dood van de vader van Carll Cneut en het ritueel om daardoor elke avond te tekenen, de eerste contacten met kunst dankzij een tante die "Soubry"-puntjes verzamelde of een vogelkooi die herinnert aan zijn zorg voor gewonde vogeltjes. Het zijn maar enkele van de vele herinneringen die verwerkt zijn in dromerige scenografieën die Deprez opnieuw tot leven wekt met grappige en speelse audioverhalen.







 







 

 
Hier hoort het schitterende verhaal over de "kortwoningen" bij 
Er hangen ook zo'n negentig originele tekeningen op de expo, onder andere in de werkkamer die Cneut de komende maanden zal gebruiken. 

Het is een kopie van zijn werkkamer thuis, zij het een stuk groter. Behalve plaats om te werken is er ook ruimte voor workshops en om het publiek te ontvangen.

De volgende originele schilderijen werden gemaakt voor het boek "Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal', met tekst van Peter Verhelst naar "De Nachtegaal" van H.C. Andersen.



 



 
 

vrijdag 6 maart 2015

Brussel : Bezoek aan 2 expo's "Het Rijk van de Sultan"in Bozar & de Chagall retrospectieve in het KMSKB

HET RIJK VAN DE SULTAN

De Ottomaanse wereld in de kunst van de renaissance

Na de val van Constantinopel in 1453 oefende de Ottomaanse beschaving een veelzijdige aantrekkingskracht uit op de westerse schilders en denkers uit de renaissancezoals Bellini, Dürer, Veronese, Tintoretto, Memling enz..
In de tentoonstelling Het rijk van de sultan. De Ottomaanse wereld in de kunst van de renaissance herbeleeft men dit scharniermoment waarop twee culturen elkaar veelvuldig ontmoetten en beïnvloedden, ondanks vooroordelen en militaire conflicten. 
Op 29 mei 1453 maakten de Ottomanen zich meester van Constantinopel. Het nieuws over de val van de stad verspreidde zich snel over Europa. De komst van de Ottomanen vormde het begin van een ware fascinatie voor deze hoogstaande cultuur en haar wetenschap. Kunstenaars uit alle hoeken van Europa staken de Bosporus over, de handel tierde welig en de culturele uitwisseling bereikte een hoogtepunt.
De optelsom van dat alles leidde tot een groot aantal kunstwerken die deze interculturele dynamiek reveleren. De tentoonstelling toont de vaak dubbelzinnige aantrekkingskracht die het Midden-Oosten uitoefende op westerse kunstenaars en focust op de invloed van de islamitische wereld op het Renaissancedenken. Met werken van Bellini, Carpaccio, Dürer, Titiaan en anderen.
Gezien het verboden was om foto's te nemen heb ik er enkele van het internet gehaald.


































Sultan Mehmet II was bijzonder geïnteresseerd in westerse kunst en cultuur. Hij stelde aan Venetië de vraag om een schilder te sturen. De sultan noemde geen namen, maar Venetië stuurde een van zijn toentertijd belangrijkste kunstenaars, Gentile Bellini, die op dat moment 'stadsschilder' was. In september 1479 reisde Gentile naar Constantinopel als onderdeel van een vredesverdrag tussen Venetië en de Ottomanen. Hij ging dus niet alleen als schilder, maar ook als Venetiaans cultuurgezant. Bellini verbleef zo'n anderhalf jaar in de hoofdstad.










Hieronder beschrijving van dit portret door Eric Rinckhout@De Morgen




Mehmet II werd in het westen bewonderd als groot krijgsheer en promotor van kunsten en wetenschappen. Maar de sultan werd ook gevreesd en verguisd omdat hij een meedogenloos heerser zou zijn.
Portret
Zoals blijkt uit een moeilijk leesbaar opschrift onderaan rechts, voltooide Gentile Bellini het portret (70 bij 52 cm) op 25 november 1480. Het gezicht van de sultan is vrij klassiek geschilderd: nagenoeg in profiel, het is maar heel lichtjes gedraaid. Er werden toen door Turkse kunstenaars wel portretminiaturen gemaakt, maar westerse kunstenaars sprongen helemaal anders om met het portret: door het formaat, het gebruik van olieverf en de aandacht voor perspectief en het spel van licht en schaduw werden er zeer realistische portretten afgeleverd. Dat was iets wat de sultan wilde.
Boog
De boog verwijst naar de drie bogen waar bezoekers onderdoor moesten als ze de sultan in zijn pas voltooide Topkapi-paleis wilden bezoeken. Er zou ook een knipoog naar de Venetiaanse architectuur inzitten.
Tapijt
Net als de boog zorgt het afhangende tapijt vooraan voor een plechtige afstand tussen de geportretteerde en de toeschouwer.
Kronen
Drie kronen verwijzen naar drie gebieden die door Mehmet veroverd werden: Griekenland, Azië en het keizerrijk Trebizonde. Daaraan zijn, vermoedelijk voor de symmetrie, nog drie kronen toegevoegd. De zevende kroon, die onderaan op het tapijt prijkt, verwijst naar het feit dat Mehmet de zevende sultan was in de Ottomaanse dynastie.







Tulp komt van het latijnse woord Tulipa "de bloem die lijkt op een tulband". 
De paleistuinen van sultan Soeleiman (1550) stonden vol met de mooiste tulpen. 
De sultan was erg zuinig op zijn tulpen. Alleen aan heel beroemde gasten gaf hij wel eens een paar bollen cadeau. Zo'n beroemde gast was bijvoorbeeld meneer de Busbecq, een edelman uit Vlaanderen, die als gezant naar Turkije was gestuurd. De Busbecq gaf de tulpenbollen weer aan een vriend, een zekere Carolus Clusius, hoofd van de kruidentuin van de keizer van Oostenrijk. Daar, in die tuin kregen de tulpen een ereplaats



woensdag 4 maart 2015

Op stap in Brugge : Sint-Annakerk & Hallebardiers in Volkskunde museum


Gebouwd als eenbeukige kerk werd ze in 1516 verbouwd tot een driebeukig gebedshuis. Na de beeldenstorm werd ze in 1580 verkocht en gedeeltelijk gesloopt. In 1611  kwam er een nieuwe kerk bovenop de puinen van de voorgaande.  Eind 17de eeuw werd ze verbouwd van een laatgotisch tot een barok gebouw, wat het meest opvalt binnenin de kerk. 
De kerk verrast met haar rijke barokinterieur. Bewonder zeker het marmeren doksaal, de eikenhouten lambrisering met ingebouwde biechtstoelen en de schilderijen van Jan Garemijn. Buiten bemerk je een slanke bakstenen geveltoren en sporen van de laatgotische spitsboogvensters die de gotische hulpkerk aanvankelijk sierden.

Het intérieur van de Sint-Annakerk werd volledig gerenoveerd. De grootste klus was de restauratie van het reusachtige schilderij "Het laatste oordeel" van Hendrik Herregouts. Het werk dateert van 1685 en is ruim 100 vierkante meter groot.







De armendis
Rijke Bruggelingen zorgden op verschillende manieren voor hun behoeftige stadsgenoten. Zo was er de armenzorg, een sterk door de Kerk gepromote vorm van naastenliefde. Elke parochie had, meestal achter in de kerk, een distafel of –bank, waar de armen na de mis voedsel, steenkool of kleding konden afhalen. De Sint-Annakerk is de enige Brugse kerk waar je nog zo'n 'armendis' kunt zien.
Soms kregen de armen ook een dispenning die ze konden inruilen bij een lokale ambachtsman. 
Door een verwijzing op de penning naar de parochie wist hij wie voor zijn diensten zou betalen. 


Joachim en Anna


Jozef en Maria

























Beelden  van Kerkvaders en Evangelisten in de communiebank





De Evangelisten  in de lambrisering van het Zitgestoelte

De vensterramen werden geschonken door de verschillende Abdijen en kloosters van Brugge en omgeving.