woensdag 4 maart 2015

Op stap in Brugge : Sint-Annakerk & Hallebardiers in Volkskunde museum


Gebouwd als eenbeukige kerk werd ze in 1516 verbouwd tot een driebeukig gebedshuis. Na de beeldenstorm werd ze in 1580 verkocht en gedeeltelijk gesloopt. In 1611  kwam er een nieuwe kerk bovenop de puinen van de voorgaande.  Eind 17de eeuw werd ze verbouwd van een laatgotisch tot een barok gebouw, wat het meest opvalt binnenin de kerk. 
De kerk verrast met haar rijke barokinterieur. Bewonder zeker het marmeren doksaal, de eikenhouten lambrisering met ingebouwde biechtstoelen en de schilderijen van Jan Garemijn. Buiten bemerk je een slanke bakstenen geveltoren en sporen van de laatgotische spitsboogvensters die de gotische hulpkerk aanvankelijk sierden.

Het intérieur van de Sint-Annakerk werd volledig gerenoveerd. De grootste klus was de restauratie van het reusachtige schilderij "Het laatste oordeel" van Hendrik Herregouts. Het werk dateert van 1685 en is ruim 100 vierkante meter groot.







De armendis
Rijke Bruggelingen zorgden op verschillende manieren voor hun behoeftige stadsgenoten. Zo was er de armenzorg, een sterk door de Kerk gepromote vorm van naastenliefde. Elke parochie had, meestal achter in de kerk, een distafel of –bank, waar de armen na de mis voedsel, steenkool of kleding konden afhalen. De Sint-Annakerk is de enige Brugse kerk waar je nog zo'n 'armendis' kunt zien.
Soms kregen de armen ook een dispenning die ze konden inruilen bij een lokale ambachtsman. 
Door een verwijzing op de penning naar de parochie wist hij wie voor zijn diensten zou betalen. 


Joachim en Anna


Jozef en Maria

























Beelden  van Kerkvaders en Evangelisten in de communiebank





De Evangelisten  in de lambrisering van het Zitgestoelte

De vensterramen werden geschonken door de verschillende Abdijen en kloosters van Brugge en omgeving.








In de tuin van het Volkskunde museum zijn er onder de naam Snapshot sinds 2011  een aantal fotografietentoonstellingen rond  feestelijke gebeurtenissen, ambachtelijke vaardigheden, bijzondere tradities en andere vormen van Brugs immaterieel cultureel erfgoed.
Snapshot ontving in 2013 de Erfgoedprijs van de provincie West-Vlaanderen

In ‘Snapshot 10: de Hallebardiers’  brengt Max Pinckers het historische zwaardvechten bij de Hallebardiers in beeld.
Max Pinckers is een jonge Brusselse fotograaf. Zijn werk wordt internationaal gepubliceerd en tentoongesteld. 
Max Pinckers groeide op in Azië waar hij zijn fascinatie voor martial arts heeft gevonden. Voor hem was deze opdracht een eye-opener dat ook Europa een eigen traditie van krijgskunsten heeft.


Zwaardvechten in Brugge: bij vele mensen zal dit beelden oproepen van geharnaste krijgers die woest op elkaar inhakken of van would be ridders, die zich in historische kledij hijsen om het publiek te vermaken. De Hallebardiers staan daar ver vanaf. Zij beoefenen het zwaardvechten als een verfijnde krijgskunst en vechtsport, waarbij techniek en behendigheid belangrijker zijn dan kracht.

Niet alleen het Verre Oosten heeft een patent op de zogenaamde martial arts. Ook Europa heeft een eigen traditie van zelfverdediging. Eeuwenlang hebben zogenaamde ‘vechtboeken’ de kennis over deze krijgs- kunsten overgeleverd: van heel praktische handleidingen tot omvangrijke wetenschappelijke traktaten. Deze vechtboeken zijn nog steeds de belangrijkste inspiratiebron van de Brugse Hallebardiers.


De Hallebardiers beschouwen zich als de erfgenamen van de historische Sint-Michielsgilde. 
Deze vereniging van zwaardvechters duikt al in 1444 op in de archieven en is daarmee de oudst gekende zwaard- school van de Lage Landen. 
In 1521 werd de Sint-Michielsgilde als vijfde wapengilde officieel erkend door het Brugse Stadsbestuur. 



Sindsdien gebruikte de gilde ook vaak de benaming “Hallebardiers”. Het langzwaard, dat met twee handen wordt gehanteerd, was het meest populaire wapen. Daarnaast konden de gildenleden zich bekwamen in het vechten met het korte zwaard, de hellebaard en andere “consten”.
Na een bloeitijd tot eind 18de eeuw, taande de Sint-Michielsgilde in de 19de eeuw geleidelijk weg. In 1905 werd de vereniging ontbonden. Precies 100 jaar later werd de Sint-Michielsgilde heropgericht als een sportvereniging, met zowel modern schermen als het vechten met langzwaard, rapier en dussack (een soort houten oefensabel). 



De huidige Hallebardiers brengen niet alleen de krijgskunst van de oude mees- ters terug tot leven, maar houden ook enkele gildetradities in ere. 

Zo is er het jaarlijkse Koningstornooi op de Kruisvest en de deelname aan de Heilige Bloedprocessie. In die zin zijn de Hallebardiers de dragers en doorgevers van een stukje Europees immaterieel erfgoed.




Fotograaf Max Pinckers stelt scherp op het vechten met het langzwaard, dat met twee handen wordt gehanteerd. De hedendaagse verfijnde vorm van de vechtkunst wordt zuiver voorgesteld, waarbij houding, kracht en techniek perfect moeten samengaan. Met theatraal lichtgebruik en een subjectievere aanpak laat hij tegelijk ook de historische fascinatie voor het vechten in harnas zien.














Tentoonstelling in de Guillaume Michielszaal
In de expozaal in het eerste verdiep van het Volkskundemuseum is het patrimonium van de historische Sint-Michielsgilde opnieuw samengebracht, met o.m. het oude gildeboek uit het Stadsarchief, de sire- schakel en een 15de-eeuws beeld van Sint-Michiel uit de collectie van het Gruuthusemuseum. Uit de Centrale Bibliotheek van de KU Leuven komen een aantal prachtig geïllustreerde ‘vechtboeken’, die nog steeds de inspiratiebronnen zijn voor de Hallebardiers vandaag. 

(ik zal nog even teruggaan om hier ook foto's van te nemen)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten