vrijdag 17 april 2015

Knokke : Bezoek tentoonstelling Floris Jespers "Kongo Knocke"


Samen met zijn broer, de beeldhouwer Oscar, is Floris Jespers een van de spraakmakende kunstenaars die in de jaren twintig de evolutie van de avant-garde kunst op de voet volgt. Zoals veel van zijn tijdgenoten doorloopt hij een aantal -ismen. Hij maakt zich de steeds veranderende beeldtaal van het modernisme eigen. Daarnaast is hij ook actief als muzikant. Hij speelt zelfs in een aantal variété orkesten in het bruisende Antwerpse nachtleven. Vanaf 1927 verblijft hij regelmatig in Knokke. Midden jaren dertig laat hij er een huis bouwen. Ondanks enkele belangrijke opdrachten, o.a. voor de Wereldtentoonstellingen van 1935 (Brussel), 1937 (Parijs) en 1939 (New York), raakt Jespers enigszins geïsoleerd binnen de Belgische kunstscène.




Op het einde van de jaren veertig is Jespers bijna zestig en gaat hij door een moeilijke periode. Hij is uitgekeken op de verschillende kunststromingen en op zoek naar nieuwe impulsen. Die vindt hij bij zijn zoon die zich in de Belgische kolonie Congo gevestigd heeft. Jespers was altijd al gefascineerd door primitieve kunsten en in Congo wordt hij geconfronteerd met “the real thing”. 






Hij wordt als het ware omver geblazen door de kracht, de intensiteit en de levendige kleuren in het evenaarsland. Hij begint als een bezetene te werken en schildert het ene na het andere doek. 








Vooral de figuur van de inheemse vrouw fascineert hem. Hij ziet haar als de drager van het leven en de maatschappij. Ook de verbondenheid van de Congolese bevolking met de natuur wordt weerspiegeld in zijn werk. Soms zelfs heel letterlijk. In sommige werken is het moeilijk om een onderscheid te maken tussen de menselijke figuur en de vegetatie
 Op de vraag wat hem zo aansprak, antwoordde hij: “de kleur en de beweging in het werk, net zoals de markten die ik gekend heb. En de afwezigheid van het detail. Wanneer je naar een massa kijkt, zie je ook niet de individuele gezichten. Wel de interactie, het gaan en komen van de mensen, het geluid van de gesprekken, de dans van de kleuren, de beweging, het leven, de zindering van de warmte. Het is alsof ik terug in Afrika op zo’n markt sta, met al haar geluiden en haar geuren.




Floris Jespers was ondersteboven van de confrontatie met de Afrikaanse cultuur. Hij gebruikte zijn levenslange ervaring en kennis als schilder om de “ziel” van Afrika in kunst te vertalen, op een unieke en universele manier. Hiervoor combineerde hij een expressionistische toets, een uiterst rijk coloriet, een krachtige lijnvoering, en evolueerde hij in geen tijd van poëtisch figuratief tot sterk gestileerd. Het leidde tot indrukwekkende werken die een apotheose vormen van al wat hij voordien maakte. Met zijn Afrikaanse periode sloot Jespers opnieuw aan bij de internationale kunstscène, niet enkel omwille van de uitgebeelde thema’s, maar ook in de vormgeving en de compositie van zijn werken (kleur, lijn, expressie).

Ik had dit alles moeten ontdekken voor twintig jaren”, schreef Jespers in een open brief aan Gazet van Antwerpen in 1954. En in dezelfde brief stond verder: “Dit alles is een weelde, die ik nooit heb gezien.



























De H. Hartkerk in Knokke (in aanbouw)
 Floris Jespers' verblijf in Knokke en in «De Vijf Ringen» is te danken aan de hechte vriendschap met Dr. Reimond De Beir, arts te Knokke (1879-1945) «De Vijf Ringen», gelegen aan de Graaf Jansdijk, was voor de oorlog het atelier van Floris Jespers. 
























Geen opmerkingen:

Een reactie posten