woensdag 15 april 2015

Uitstap naar Den Haag met de Gidsenkring

Den Haag

Hoewel de stad officieel de naam Den Haag draagt, is zij ook bekend als ‘s-Gravenhage: de Haag van de graaf van Holland. In 1242 wordt voor het eerst melding gemaakt van ‘Die Haghe’, als de verblijfplaats van de Hollandse graven. De graven waren fervent jagers en hielden zich graag op in de grote beboste jachtgebieden die zich in de middeleeuwen uitstrekten van ‘s-Gravenzande tot Leiden. Overblijfsel hiervan is het huidige Haagse Bos. Het jachtslot van de graven was gelegen naast een vijver: de huidige Hofvijver in het centrum van Den Haag. In de 13e eeuw besloot graaf Willem II het jachthuis uit te breiden tot een kasteel, nu bekend als het Binnenhof. Het kasteel groeide langzaam tot het centrum van de Nederlandse politiek. Mede als gevolg van deze politieke status groeide de bevolking en ontstond er een dorp. Stadsrechten heeft Den Haag  nooit gekregen en de verdedigingsmuren die bij deze status hoorden bleven daardoor uit.

We vertrekken in Brugge om 7, met 3 comfortabele dubbeldekbussen, en komen 3 uur later aan op de Prinsengracht.

We beginnen ons bezoek met een uitgebreide, en beschreven wandeling, door de binnenstad.

Onze eerste stop, na een klein ontbijt te hebben genomen in Café Belmondo in de Heerengracht.




Het Plein werd in 1632 aangelegd en moest lijken op het Place Royale  (tegenwoordig Place des Vosges) in Parijs. Wegens de nabijheid van het Binnenhof  en de daargelegen vergaderplaatsen van regering en parlement wordt het Plein vaak gebruikt als plaats voor politieke protestdemonstraties en manifestaties.





Het bronzen standbeeld van Willem II


In vroeger tijden diende het Plein als groente-tuin van het Hof van de Graven van Holland. In de 17e eeuw verrezen rond het plein, op aan-dringen van stadhouder Frederik Hendrik, grote classicistische herenhuizen naar Parijs voorbeeld. 

Alleen het Mauritshuis is daar nog van over. Alle andere huizen zijn afgebroken of door brand verwoest.




Het voormalige gebouw van het Ministerie van Justitie van architect Peters uit 1883 is zowel van binnen als van buiten goed bewaard geble-ven en één van de mooiste voorbeelden van de neorenaissancestijl in ons land. 
Het bijzonder representatieve karakter van dit gebouw refereert aan het feit dat vroeger hier wekelijks de ministerraad vergaderde. 
Nu biedt het gebouw onderkomen aan fracties van de Tweede Kamer.




In 1992 werd de nieuwbouw van de Tweede Kamer feestelijk geopend. Architect van het geheel is Pi de Bruijn. 




Het Logement van Amsterdam uit 1737. Tijdens de Replubliek der Zeven Verenigde Nederlanden  kwamen afgevaardigden van de steden  in Den Haag bijeen. De stad Amsterdam had al diverse kleinere logementen gehad, maar besloot in 1737 drie panden, waaronder het voormalige huis van Huygens, op het Plein af te laten breken en er een groot pand te bouwen in statige barokstijl.
.
Hoog in de gevel staat het Amsterdamse wapen


De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte is opgericht op 2 oktober 1802 en neemt al twee eeuwen lang een markante positie in het Haagse sociale leven in. De Sociëteit ontleent zijn naam De Witte aan het oorspronkelijke witte gebouw aan de Noordzijde van het Plein.
Daar stichtten 114 overwegend jonge notabelen de nieuwe vereniging voor gezellig verkeer en geoorloofde uithuizigheid op de benedenverdieping van een koffiehuis. De Witte heeft het tot 1998 zeer lang volgehouden als een traditionele herensociëteit, maar sedert mei 1998 kunnen ook dames een volledig lidmaatschap met stemrecht verkrijgen.

In de 17e en 18e eeuw beschikten de stadhouders over een eigen kabinet of secretarie. Deze stadhouderlijke secretarie hield na de inval van de Fransen in 1795 op te bestaan.
Na het vertrek van de Fransen werden een Kabinetssecretarie, vanaf 1815 Kabinet des Konings, en een Staatssecretarie ingevoerd. 
Bij Koninklijk Besluit van 22 december 1840 voegde Koning Willem II het Kabinet des Konings en de Staatssecretarie samen tot een nieuwe instelling onder de naam Kabinet des Konings.

Het Voormalige Ministerie van Koloniën





Toen Indonesië nog Nederlands Oost Indië heette was het zo belangrijk voor de economie van ons land dat er een heel ministerie voor werd opgericht. 

Het pand werd in 1859 ontworpen door de op Java geboren architect Willem Nicolaas Rose.



Het Mauritshuis








Tussen De Witte en het Mauritshuis loopt de Korte Vijverberg.  Het Mauritshuis krijgt onder deze straat door een verbinding naar de overkant om zo het museum te kunnen uitbreiden.







Het Mauritshuis is gesticht door Johan Maurits, bijgenaamd ‘de Braziliaan’.
Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen, was een achterneef van de veel bekender prins Maurits. Toen hij rijk was geworden door een aantal geslaagde veldtochten onder prins Frederik Hendrik tegen de Spanjaarden, besloot hij een huis te bouwen dat paste bij zijn nieuw verworven rijkdom. Dat werd het Mauritshuis, vlak naast het Binnenhof.
Er is aan gebouwd van 1633 tot 1644. In 1636 werd Johan Maurits benoemd tot gouverneur van Hollands-Brazilië. Daaraan dankt hij zijn bijnaam ‘de Braziliaan’. In Brazilië moest hij veel slag leveren met de Portugezen.
Bij zijn terugkeer in 1644 gaf hij een groot feest in het Mauritshuis. Dat feest draaide uit op een schandaal omdat hij bij die gelegenheid bijna naakte Braziliaanse meisjes liet dansen! 
De ontwerpers van het Mauritshuis waren de bekende bouwmeesters Jacob van Campen en Pieter Post. Het Mauritshuis is een van de eerste en mooiste voorbeelden van de Hollandse classicistische barok. Deze bouwstijl wordt onder andere gekenmerkt door pilasters die over de volle hoogte van de gevel doorlopen en frontons met beeldhouwwerk.
Sinds 1820 is het Mauritshuis een museum: het Koninlijk Kabinet van Schilderijen. Eén van de beroemdste schilderijen die hier hangt is ‘de Stier’ van de schilder Paulus Potter.


De poort naar het Binnenhof
















Het Binnenhof was ooit het binnenhof van het kasteel van de graven van Holland. 
Over het ontstaan van het Binnenhof is niets met zekerheid bekend. Het oudste gebouw was een donjon  die er voor 1230 zou hebben gestaan; de fundamenten liggen nog onder het Rolgebouw. Volgens een hypothese zou het terrein van het Binnenhof in 1229 door graaf Floris IV van Holland zijn gekocht.




Als je het Binnenhof betreedt waan je je in een andere tijd, bijna Middeleeuws.


Het paleisje van de laatste stadhouder, Willem V, (rechts van de Ridderzaal) behoort nu tot de gebouwen van de Tweede Kamer.







Afbeelding 2: Plattegrond van het Binnenhof ca. 1290 - Deze reconstructie geeft de plattegrond van het Binnenhof weer met de belangrijkste gebouwen die uit de tijd van graaf Floris V bekend zijn. Op het Buitenhof zijn de Gevangenpoort en de stallen en boerderij nog bekend. (Naar Peters, Grafelijk leven rond 1400, Jaarboek Die Haghe 1909).
Het Rolgebouw (achterzijde van de Ridderzaal)
Grafelijke woonvertrekken van Willem II
Willem II heeft vermoedelijk als eerste het Rolgebouw laten bouwen.Hierin kwamen zijn woonvertrekken. 
Volgens de commissie die de grote restauratie van het Binnenhof in de jaren 1898-1904 begeleidde bestond dit gebouw toen waarschijnlijk uit een kelder die bovengronds lag (de grond er omheen is later opgehoogd). Dit gebouw had een begane-grondverdieping en een open kap. De tweede verdieping zou er op het eind van de 13e eeuw aan zijn toegevoegd, dus circa 1290. 
De kelder, oorspronkelijk dus begane grond, zou oorspronkelijk een mooie zaal zijn geweest. De verdieping daarboven was volgens de restauratiecommissie oorspronkelijk in twee vertrekken verdeeld en hoorden tot de woonvertrekken van de graaf. Pas in 1511 werden beide vertrekken samengevoegd tot één zaal, de huidige Rolzaal. 


Zijkant van de Ridderzaal


De Ridderzaal
De Ridderzaal was voor zijn tijd een magnifiek gebouw dat hoog uit torende boven alles wat er verder in de omgeving stond. Vanuit de zal had je door zijvensters een vrij uitzicht over de omgeving. Zelfs eeuwen later noemde de Bourgondiër Georges Chastellain de Ridderzaal nog een van de meest geschikte zalen ter wereld om een groot feest te vieren. Floris wilde met dit grote gebouw vermoedelijk aangeven hoe belangrijk hij was of meende te zijn. Hij was een koningszoon en een aantal jaren zelfs konings-kandidaat. Hij hoopte met steun van de Engelse koning Edward koning van Schotland te worden, maar toen het zo ver was kreeg hij die steun niet. 




De neogotische fontein van architect P.H. Cuypers, bestaat uit een hardstenen bassin en een smeedijzeren opbouw met waterspuwers. De fontein werd door vooraanstaande Hagenaars geschonken als blijk van waardering voor de restauratie van het Binnenhof, die in 1879 was begonnen.

















Het vergulde beeldje dat de fontein bekroont, stelt graaf Willem II voor, die later in Aken tot roomse koning werd gekroond. In 2008 is de fontein grondig gerestaureerd.


Het achthoekige gebouw aan de Haagse Hofvijver wordt voor het eerst genoemd in een kroniek uit 1354 en dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Aan de rand van het Binnenhof lag het Torentje oorspronkelijk als zomerprieel van de graven van Holland. Het was door middel van een ophaalbruggetje verbonden met de grafelijke tuin. 
 In het Torentje bevindt zich sinds 1982 de werkkamer van de minister-president van Nederland. . Het wordt daarom vaak naar de huidige premier genoemd: Torentje van RutteTorentje van Balkenende enz. Ook de uitdrukking Torentjesoverleg komt er vandaan.
 Het torentje is gebouwd in het water van de  Hofvijver.

De Hofvijver was vroeger een grote visvijver op de grens van de duinen en het jachtgebied daarachter. Daar bouwde Graaf Floris IV in 1229 zijn hof. De visvijver veranderde in Hofvijver. En het Hof was het begin van het Binnenhof: het Torentje, de Ridderzaal, het Mauritshuis: de nederzetting van de graven van Holland groeide uit tot een hof met koninklijke allure,
waar lange tijd de voorouders van het Nederlandse koningshuis woonden.

Het Buitenhof werd vroeger Nederhof genoemd en soms ook wel Voorhof. Van de poort tussen Binnenhof en Buitenhof liep een weg naar de Gevangenpoort, die samen met de Spuipoort een hoofdingang van het kasteel was. De eerste Gevangenpoort was waarschijnlijk nog van hout. Bij de Gevangenpoort lag een ophaalbrug of een vaste brug, want ook om het Buitenhof liep een gracht.
Op het Buitenhof lagen allerhande dienstgebouwen, zoals stallen, schuren, werkloodsen van de timmerman en de metselaar, de hoefsmederijen en de grote paardenstallen.




De achterzijde van het nieuwe gebouw van de Tweede Kamer


De Passage  is het oudste winkelcentrum van Nederland en behoort tot de Top 100 der Nederlandse UNSCO-monumenten.  Het werd in 1885 in gebruik genomen door de N.V. 's-Gravenhaagsche Passage Maatschappij.
De oorspronkelijke passage uit  loopt van de Spuistraat naar het Buitenhof. In 1929 is de Hofweg toegevoegd aan het wandelgebied. Het oudste gedeelte (de Spuistraat- en Buitenhof-arm) is gebouwd door de architecten H. Wesstra en J.C. van Wijk volgens een internationale georiënteerde Neorenaissancestijl, terwijl het latere deel richting Hofweg in een expressionistische stijl is gebouwd.














In en rond de "Groenmarkt"




















Één van de voorbeelden van de Weense Secession in Den Haag. De architect, De Wolf  was één van de belangrijke Haagse Architecten uit het "fin du siècle" tijdperk, en studeerde volgens B. verbrugge tussen 1897 en 1899 in Wenen aan de Akademie der Bildende Kunste. 
De drogisterij is 200 jaren oud.  Bemerk de mooie "gaper" boven de ingang.






De meeste oude raadhuizen lagen aan een plein. 
Dit voormalige Haagse raadhuis is een van de weinige die gewoon aan een straat ligt. Dit stadhuis werd in 1565 gebouwd in renaissancestijl ter vervanging van het voormalige Dorpshuys. In 1733 werd het door Dan iel Marot  uitgebreid in Lodewijk IV-stijl. 
Het stadhuis is een monument.
Het wordt nog gebruikt als trouwlocatie.



De kerk behoort in Den Haag tot één van de oudste gebouwen en kent dan ook een boeiende, lange geschiedenis. Er is onder meer een complete collectie wapenschilden te zien. Een torenbeklimming is momenteel vanwege Arbo eisen nog niet mogelijk.
De Grote Kerk is eveneens te huur voor evenementen zoals recepties, congressen, beurzen, tentoonstellingen, concerten en diners. Bovendien is de Grote Kerk Den Haag aangewezen als Gemeentehuis ten behoeve van huwelijksvoltrekkingen.

Van het kerkplein wandelen we door de Oude Molstraat, waar zich op nummer 23 het Oude Mannenhuis bevindt.



Het Oude Mannenhuis werd in 1772 gebouwd. Jacob van Beieren van Schagen liet na zijn dood zijn geld na voor een ‘armen fundatie’ waarmee de bouw gefinancierd kon worden. 

Tot 1980 heeft het gebouw als oude mannenhuis gefunctioneerd. De mannen woonden in kleine kamers langs gangen. Inmiddels zijn de kamertjes gemoderniseerd op één na. Die ene kamer heeft de Stichting Noodopvang Haaglanden (de huidige eigenaar) zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat hersteld. 



Achter de gevels van het huidige Willibrordushuis in de Oude Molstraat nummer 35 en 37 gaat een lange en boeiende geschiedenis schuil, die teruggaat tot in de middeleeuwen. In die tijd heette het "Huis te Baertwijck". 









Tijdens de Reformatie werd een deel van het complex gebruikt als schuilkerk voor de Jacobusparochie. Daarna was het 170 jaar het klooster van de Zusters van Liefde uit Tilburg. 










De Juffrouw Idastraat ligt in het Hofkwartier en behoort samen met de Oude Molstraat en de Molenstraat tot de oudste straten van de stad. De Juffouw Idastraat en de Molenstraat lopen parallel aan elkaar van de Oude Molstraat naar de Prinsestraat. Het behoort tot de Top 100 der Nederlandse UNESCO-monumenten. 


Hier ligt de  Oud-Katholieke Kerk, een barokke schuilkerk uit de 18de eeuw. In 1720 gaf het stadsbestuur toestemming een katholieke kerk te bouwen mits die niet vanaf de straat te zien zou zijn. Dit werd de "Oud-katholieke kerk van 's-Gravenhage", ook wel de Jacobus en Augustinuskerk genoemd, die in1722 in gebruik werd genomen. 




Via de Prinsestraat komen we aan het Paleis Noordeinde



Paleis Noordeinde in Den Haag is sinds 1984 het werkpaleis van de Koning. Net als Paleis Huis
ten Bosch en het Koninklijk Paleis in Amsterdam is Paleis Noordeinde door het Rijk bij wet aan de Koning ter beschikking gesteld. Tot het Paleis behoren ook de Koninklijke Stallen.
Het oudste gedeelte van het paleis stamt uit 1533, toen Willem Goudt, rentmeester van de Staten van Holland, een middeleeuwse hofstede liet verbouwen tot een groot woonhuis. 
Door vererving kwam het in 1702 in bezit van de Pruisische koning Frederik Willem. In 1754 koopt Prins Willem V het huis weer. Na zijn vlucht naar Engeland komt het Oude Hof in 1795 nationaal bezit en dat is het nog steeds.
Nadat de Fransen ons land in 1813 hebben verlaten wordt koning Willem I, zoon van de laatste stadhouder Willem V, ingehuldigd. Het Oude Hof wordt grondig verbouwd tot paleis Noordeinde. 


In 1817 betrekt Willem I het paleis. Veel later wordt prinses Wilhelmina, in 1880, op paleis Noordeinde geboren.

Koningin Wilhelmina blijft op het paleis wonen tot in 1940 de oorlog uitbreekt en de Koningin naar Engeland vlucht. Na 1945 kiest zij voor pa-leis ‘t Loo in Apeldoorn. Koningin Juliana kiest voor paleis Soestdijk. Maar koningin Beatrix kiest in 1984 paleis Noordeinde weer als haar werkpaleis. Als de koning in het paleis aanwezig is wappert de koninklijke wimpel aan de vlaggenstok.








Tegenover het paleis staat een standbeeld van Willem van Oranje te paard. 

Dat beeld werd in 1845, in opdracht van koning Willem II, vervaardigd door de Franse beeldhouwer Emile de Nieuwerkerke. 

Hiervoor werd hij geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw.





Prinses Wilhelmina werd in 1880 geboren als dochter van prinses Emma en de toen al bejaarde koning Willem III. Na het overlijden van haar halfbroer Alexander in 1884, is zij de enig overgebleven troonopvolgster. Toen Willem III in 1890, 73 jaar oud, stierf werd Wilhelmina formeel Koningin der Nederlanden. Maar omdat een tienjarig kind nog echt te jong voor zoiets is, werd haar moeder Emma regentes tot 1898, toen Wilhelmina 18 jaar werd.
De Tweede Wereldoorlog was voor Wilhelmina een dramatische periode. Met haar familie en de regering vluchtte zij in mei 1940 naar Engeland.
Toen Wilhelmina in 1945 terugkeerde in Nederland zat ze vol plannen om het land en de regering te moderniseren. Alleen berustten die plannen op een wat minder democratisch gedachtengoed. Zij moest accepteren dat haar lijn geen politieke steun kreeg. Enigszins gedesillusioneerd trad zij in 1948 terug en werd haar dochter Juliana de nieuwe Koningin.

Het Wilhelmina standbeeld dat hier sinds 1987 staat is een kopie van het originele beeld dat op 4 mei 1968 in Rotterdam is geplaatst. Het beeld is gemaakt door Charlotte van Pallandt,  één van de belangrijkste Nederlandse beeldhouwsters van de twintigste eeuw. Maar zij werd, anders dan Emile de Nieuwerkerke, niet geridderd voor haar werk maar bevorderd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.




Op het monument staat de tekst “Eenzaam maar niet alleen”. 

Die tekst slaat op de naam
van de autobiografie die Wilhelmina in de laatste jaren van haar leven schreef.


De Franse tuin van het gebouw van de Raad van State (achterzijde van het Paleis Kneuterdijk)





De Sint Jacobuskerk is gebouwd in de jaren 1875-1878 naar het ontwerp van de grote bouwmeester uit de periode van de neogotiek, P.J.H. Cuypers. Met de fontein op Het Binnenhof is de St. Jacobuskerk het enige bouwwerk van Cuypers in Den Haag, maar wel een van de mooiste scheppingen van deze stijl in ons land. Daarom staat de kerk dan ook op de rijksmonumentenlijst.




Aan de Lange Voorhout bezoeken we de Kloosterkerk van de Predikheren, waar een concert in voorbereiding is.
De Kloosterkerk is een protestantse kerk is onder meer bekend als de kerk waar prinses Beatrix – soms vergezeld door familieleden – met enige regelmaat de zondagse kerkdienst bezoekt.



De kerk dankt haar naam aan het klooster van de predikheren (dominicanen) waaraan zij tot de alteratie 1574 als conventskerk verbonden was. Na 1574 kreeg de kerk verschillende bestemmingen, zowel wereldlijke als kerkelijke, maar werd in de twintigste eeuw definitief als kerk bestemd, thans van de Protestantse Kerk in Nederland. 



Het Pagehuis
 In dit pand is sinds 1867 de Algemene Rekenkamer gevestigd. De Algemene Rekenkamer, een zogenaamd Hoge College van Staat, is een onafhankelijk orgaan dat controleert of de uitgaven van de Nederlandse rijksoverheid rechtmatig en doelmatig zijn. werken. De Rekenkamer rapporteert haar conclusies aan de Tweede Kamer. 

Vanaf 1868 was het kantoor van de Algemene Rekenkamer gevestigd op het Lange Voorhout nummer 8. 
Dit werd al gauw te klein en in de loop der jaren werden ernaast gelegen panden geannexeerd, totdat in 1990 werd besloten alles af te breken, behalve de gevel, en er een nieuw kantoor te bouwen. 

Die voorgevel verraadt met zijn sierankers en de ontlastingsbogen boven de vensters, de 17e eeuwse oorsprong van het pand.
Voor de nieuwbouw van de Rekenkamer loopt u even het poortje naast het Pagehuis in.
 De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtscollege in Nederland op het gebied van het burgerlijk-, straf- en belasting recht.

En het is in dit mooie pand uit 1734 waar sinds 1988 De Hoge Raad der Nederlanden is geves-tigd. Het is één van de mooiste adellijke woonhuizen in Lodewijk XIV-stijl van ons land. 






De zijvleugels uit 1760 zijn eveneens in dezelfde stijl. 
Vanaf 1813, toen koning Willem I terugkeerde uit ballingschap, heeft het gebouw enkele jaren als paleis dienst gedaan omdat paleis Noordeinde werd verbouwd.




















Van 1819 tot 1982 was hier de Koninklijke Bibliotheek gevestigd. Aan de achterkant in de Kazernestraat staan de standbeelden van alle rechtsgeleerden uit de vaderlandse geschiede-nis.





"Flaneur", standbeeld door Theo van der Nahmer, opgericht  ter nagedachtenis aan Eduard Elias.
Flaneur is het pseudoniem, gehanteerd door verschillende columnisten, die onder deze naam verslag deden van het mondaine leven in Den Haag.



In dit mooie gebouw waar Constantijn Huygens woonde, is een  Campus van de Universiteit van Leiden gehuisvest .




Constantijn Huygens  ( 1596 - 1687) was een Nederlands dichter, diplomaat, geleerde, comonist en architect.  Hij staat bekend als een van de grootste dichters uit de Gouden Eeuw.  Hij was tevens secretaris van twee prinsen van Oranje: 



Het Hotel Des Indes is één van de oudste hotels in Den Haag dat  sinds 1881 onderdak biedt aan koningen, keizers, staatslieden, kunstenaars, geleerden enz..
Grandeur en traditie staat innovatie niet in de weg. Zo had in 1900 iedere kamer van het hotel al telefoon; een soort intercom die in verbinding stond met de receptie, en overal waren vaste wastafels met warm en koud stromend water en een bad. 
In 1902 werd een hydraulische lift gebouwd, die werkte op de druk van de duinwaterleiding.



Via de Spekstraat komen we aan de Hooikade, waar we lunchen in een Italiaanse restaurant "Caroni"









Het voorste gedeelte van de Koninlijke Schouwburg, het gedeelte met de gebogen facade, was bedoeld als deel van een veel groter paleis dat echter nooit afgebouwd is. Dit gedeelte werd in 1766 door een zwager van stadhouder Willem V gebouwd. Door de Franse bezetting moest de resterende bouw worden afgeblazen.
In 1802 huurde een groep vooraanstaande Hagenaars het leegstaande gebouw om het tot een schouwburg te verbouwen. Daarvoor werd aan de achterzijde een schouwburgzaal gebouwd. De stevigheid van het gebouw werd in de praktijk getest door een regiment soldaten over de balkons te laten lopen met volle bepakking. In 1901 besloot de Haagse gemeenteraad tot sluiting van het gebouw wegens brandgevaar. Naar aanleiding hiervan werd de schouwburg een aantal jaren later gerenoveerd. Een laatste renovatie vond plaats tussen 1997 en 1999. 




We wandelen terug naar het Mauritshuis om de kunstschatten van de 
Frick Collection uit New York te bewonderen.
(hier mag ik , jammer genoeg,  zelf geen foto's nemen en tonen, het volgende is van het internet gedownload.

Voor het eerst leent The Frick Collection een groot deel van haar wereldberoemde verzameling uit: maar liefst 36 meesterwerken zijn te zien in het Mauritshuis. 



De tentoonstelling bevat werk van kunstenaars die niet of nauwelijks vertegenwoordigd zijn in Nederlandse museale collecties, zoals Cimabue, Van Eyck, Gainsborough, Constable en Ingres.
De legendarische stichter Henry Clay Frick

De tentoonstelling The Frick Collection – Kunstschatten uit New York bestaat uit kunstwerken uit de 13de tot en met de 19de eeuw: schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken en toegepaste kunst. Zo geeft de tentoonstelling een representatief beeld van het afwisselende karakter van deze topcollectie.



Jan van Eyck en atelier (1390/1400-1441), 
Maria en kind, met de heilige Barbara, heilige Elizabeth van Hongarije en Jan Vos.

John Constable (1776-1837), Het witte paard, 1819


Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780-1867),
Portret van de Comtesse d'Haussonville, 
1845

Een onbetwist hoogtepunt is het betoverende portret van de Comtesse d’Haussonville van Jean-Auguste-Dominique Ingres – een meesterwerk dat is uitgegroeid tot een icoon van The Frick Collection. Ook andere portretten, van Fricks favoriete kunstenaars Gainsborough en Reynolds, schitteren op de tentoonstelling.










Francesco Laurana (c.1430-c.1502), 
Portretbuste van Beatrice van Aragon, c.1471-1474

The Frick Collection heeft één van de belangrijkste Amerikaanse verzamelingen beeldhouwkunst, wat in de tentoonstelling wordt getoond met meerdere topstukken, waaronder Francesco Laurana’s ontroerende portretbuste van Beatrice van Aragon.  

Een ander uitmuntend beeld is de fenomenale portretbuste van Louis-Étienne Vincent-Marniola door Joseph Chinard uit 1809.






Een belangrijk aspect van The Frick Collection is de verzameling toegepaste kunst, met bijzonder porselein, waardevolle klokken en zeldzaam renaissance aardewerk. Dit wordt in de tentoonstelling belicht met een unieke Sèvres vaas, een rijk gedecoreerde klok en een perfect bewaarde majolicaschaal uit het atelier van Orazio Fontana.
Francisco de Goya y Lucientes (1746-1828)De vissers, c. 1812-1820

Een relatief onbekend onderdeel van de New Yorkse verzameling is de kleine, maar uiterst verfijnde collectie tekeningen

Deze kwetsbare werken zijn weinig te zien, wat het extra bijzonder maakt dat maar liefst acht schitterende tekeningen van onder meer Pisanello, Altdorfer, Rubens, Goya en Tiepolo te bewonderen zijn.

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten